ONDERZOEKSVRAGEN

De onderzoeksvragen zijn tijdelijk omdat we ze alleen nodig hebben om een conclusie te trekken.

 

V = Vraag

A = Antwoord

 

V1 = Wat zijn de grootste verschillen tussen de drie landen als je kijkt naar de bevolkingsgrafieken?

 

A1 =  China heeft een grote groep mensen tussen de 20 en de 40, waarbij de twintigers en de veertigers uitblinken. Denemarken heeft echter meer tieners, en meer mensen tussen de 50 en de 75, de mensen worden daar dus ouder. Bij Ecuador ligt het anders. Omdat Ecuador een ontwikkelings land is het percentage van de jeugd er ongelofelijk hoog en de mensen worden er dus ook niet oud. Tussen China en Denemarken is niet veel verschil, behalve dat mensen wat ouder worden in Denemarken. Tussen Ecuador en de twee andere landen is er duidelijk wel een groot verschil, omdat er in Ecuador weinig goede voorzieningen zijn en de mensen er dus niet oud worden. Mensen hebben kinderen nodig voor hun oudedags voorzieningen, zodat als de kinderen geld verdienen, ze voor de ouders kunnen zorgen..Vandaar dat er in Ecuador ook veel meer kinderen zijn dan volwassenen.

 

V2 = Denk je dat je aan de hand van de economische situatie van een land kunt aflezen in welke transitiefase dit land zich bevindt?

A2 = Aan een economische situatie van een land kun je wel aflezen wat de                 demografische transitie is, want de demografische transitie gaat over hoeveel jongeren en hoeveel ouderen er in een land zitten. Die hoeveelheid wordt vaak bepaald door de economie in een land. Als er goede voorzieningen zijn, zoals bijvoorbeeld schoon drinkwater, dan worden de mensen vaak ouder. Dan mensen zonder goede voorzieningen.

 

V3 = In welke fase van het demografisch transitiemodel bevinden de landen zich?

A3 = China = fase 3,

omdat door de betere sociale voorzieningen hebben mensen kinderen niet meer nodig om later voor hen te zorgen (oudedagsvoorziening). Mensen willen dat hun kinderen lang naar school gaan, maar dat is duur. Daarom willen veel mensen minder kinderen en door voorbehoedsmiddelen kan dat ook. Het aantal geboorten neemt af, en het sterftecijfer ook. Het geboortecijfer blijft nog een tijdlang hoger dan het sterftecijfer. De bevolking groeit dus nog.

        

Denemarken =  fase 4,

omdat sterftecijfer en geboortecijfer zijn in de vierde fase allebei laag en dalen niet nog verder. De bevolking stopt met groeien.

        

Ecuador =         fase 1,

omdat in de eerste fase is het sterftecijfer hoog door slechte levensomstandigheden. Vooral kinderen sterven vaak jong. Mensen krijgen ook veel kinderen. Daardoor blijft de omvang van de bevolking ongeveer gelijk.

 

 

V4 = Hoe groot is de natuurlijke groei (of afname) van de verschillende landen?

A4 = China =             ..., waaruit blijkt dat?

         Denemarken =  ..., waaruit blijkt dat?

         Ecuador =         ..., waaruit blijkt dat?

 

V5 = Wat is het migratiesaldo?

A5 = Een immigrant is iemand die vanuit het buitenland naar het  binnenland verhuist. Een emigrant is iemand die vanuit het binnenland naar het buitenland vertrekt. Migranten zijn dus mensen die zowel in en uit het land verhuizen. Het migratie slado is het aantal migranten per 1000 inwoners. Als het getal onder de nul is, verhuizen er dus meer mensen uit het land dan dat er in komen. Is het getal boven de nul, dan verhuizen er dus meer mensen in het land dan dat er uit gaan.

De migratiesaldo's van China, Denemarken en Ecuador staan bij de pagina's zelf bij het submenu Demografie.

       

V6 = Wat is de totale groei van de bevolking tussen 2012 en 2013 in de verschillende landen?

A6 = China =             1.349.585.838 - 1.343.239.923 =  6.345.915

         Denemarken =  5.556.452 - 5.543.453 =                12.999

         Ecuador =         15.439.429 - 15.223.680 =             215.749

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb